Wellicht heb je het de afgelopen tijd wel voorbij zien komen in het nieuws: plofkraken in Duitsland die gepleegd worden door Nederlanders. Om deze vorm van mobiel banditisme een halt toe te roepen, is een integrale fenomeenaanpak opgesteld. Kees van Zutphen, landelijk coördinator plofkraken, vertelt hoe het barrièremodel hieraan ten grondslag ligt.
“Waar plofkraken eerder ook in Nederland veel voorkwamen, is dat nu niet meer het geval. Dit komt mede door de goede samenwerking tussen en met de banken in Nederland. Zij hebben er samen voor gezorgd dat de Nederlandse geldautomaten tegenwoordig zo goed zijn beveiligd, dat Nederlandse plofkrakers naar Duitsland en andere Europese landen zijn uitgeweken. Het afgelopen jaar vonden in Duitsland nog zo’n 500 plofkraken plaats. We weten dat 80% van deze plofkraken gepleegd worden door Nederlanders.”
Waarom vinden de plofkraken nu vooral in Duitsland plaats?
“Vergeleken met Nederland is Duitsland nog erg gericht op contant geld. Het zit echt in de cultuur om met contant geld te betalen. Hierdoor zijn er nog veel en goedgevulde geldautomaten. Daarnaast telt Duitsland elf deelstaten. Elke deelstaat heeft zo’n vijftien banken, wat samenwerken complex maakt. Ook zijn de banken verzekerd tegen plofkraken, waardoor het morele besef en de verantwoordelijkheid om er iets tegen te doen minder worden gevoeld.”
Waarom moet dit fenomeen dan toch aangepakt worden?
“Het is maatschappelijk zeer belangrijk om plofkraken tegen te gaan. Zo levert het gevaarlijke situaties op. De plegers maken gebruik van explosieven. Die slaan ze op in de wijk en nemen ze mee in hun voertuig. Ook nemen ze grote hoeveelheden brandstof mee en rijden ze met hoge snelheden. Hierbij zijn al doden en gewonden gevallen. De plofkraken leveren ook schade op aan panden. Daarnaast wordt het buitgemaakte geld in Nederland gebruikt voor andere criminele activiteiten en investeringen, maar ook voor luxe goederen. Dit heeft weer aantrekkingskracht op jongeren. Om deze jongeren maken we ons echt zorgen. We vinden het belangrijk om te laten zien dat het gewoon niet mag lonen om de verkeerde dingen te doen. Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat de overheid dan ingrijpt.”
Wat wordt hiervoor gedaan?
“Veruit de meeste plofkrakers in Duitsland komen uit Nederland. Als landelijk coördinator plofkraken ben ik veel in Duitsland om de samenwerking tussen Nederland en Duitsland te versterken. Criminelen weten natuurlijk ook dat internationaal samenwerken complex is en maken hier gebruik van. Ze steken zo snel mogelijk weer de grens over. Als er een plofkraak in Duitsland plaatsvindt, willen we als Nederlandse politie meteen klaarstaan. Ook doe ik aan zendingswerk. In Nederland is het aantal plofkraken drastisch afgenomen door goede publiek-private samenwerking. Dit is in Duitsland nog een vies woord. De politie is volgens de wet verplicht om alles op te pakken. Ik vertel ze over de Nederlandse aanpak. Ik onderhoud en verbind het netwerk en jaag dit ook aan. We willen het vertrouwen van internationale partners houden.”
Wat gebeurt er verder in Nederland?
“Eind 2022 heeft de politie via een netwerkanalyse het netwerk van plofkrakers in Midden-Nederland in kaart gebracht. Hiermee zijn ongeveer 400 plegers uit Utrecht in kaart gebracht. We weten dat er in Amsterdam een netwerk van ongeveer dezelfde omvang is. Uit onze analyse kwam naar voren dat het één groot fluïde netwerk is wat met elkaar samenwerkt. Dertig procent is familiegerelateerd en er zijn ook veel wijkgerelateerde relaties. Tot 2022 richtten we ons vooral op strafrechtelijke onderzoeken. We zagen echter dat we met strafrecht alleen niet alles konden oplossen. Daarom hebben we bekeken hoe we het netwerk op een andere manier kunnen verstoren en hoe we kunnen voorkomen dat er nieuwe aanwas bij komt. Bij andere fenomenen gebruiken we daar een fenomeenaanpak voor. Die zetten we nu ook voor plofkrakers in.”
Hoe zit dat in elkaar?
“We hebben ons op een van de wijken van Utrecht gericht waar veel plofkrakers wonen. Voor deze wijk was ook subsidie beschikbaar. Samen met de gemeente Utrecht, het Openbaar Ministerie, en RIEC Midden-Nederland hebben we onder begeleiding van het CCV een barrièremodel gemaakt. Door dit model kregen we inzicht in de werkwijze van plofkrakers, de signalen die opgevangen kunnen worden, de facilitators en de barrières die verschillende partijen kunnen opwerpen.
Uit het barrièremodel bleek dat er heel veel partners zijn die interventies kunnen plegen. Die hebben we allemaal betrokken bij de aanpak. Onder leiding van RIEC Midden-Nederland hebben we samen bedacht hoe we het probleem integraal kunnen aanpakken. In oktober 2023 is ons actieplan vastgesteld. We richten ons op drie pijlers: preventie, het identificeren van facilitators en strafrechtelijk onderzoek. Hiermee willen we aan de voorkant van de criminaliteit komen. Door samen te werken en goed af te stemmen lukt dit een stuk beter. Ik zeg altijd: ‘You have to build a network, to stop a network’.”
Wat is het resultaat?
“We doen binnen het actieplan ontzettend veel. We kijken bij elke stap van het barrièremodel welke interventies we kunnen plegen. Ik kan natuurlijk niet alles noemen. Ik kan wel zeggen dat wel 37 verdachten integraal hebben onderzocht. Dit heeft tot meerdere aanhoudingen geleid. Ook hebben we faciliterende autobedrijven en 70 garageboxen gecontroleerd en houden we Duitse huurauto’s in Utrecht in de gaten. Daarnaast voeren we belastingonderzoeken uit. Maar dat niet alleen, we bieden ook hulp aan de gezinnen van jongeren die dreigen af te glijden. Ook bezoeken we de plofkrakers al tijdens hun detentie in Duitsland. Hen bieden we hulp aan en zij krijgen een persoonsgebonden aanpak. We kunnen natuurlijk niet alles eraan ophangen, maar we zien wel een enorme daling van het aantal plofkraken in Duitsland.”
Wat gaan jullie verder met het barrièremodel doen?
“We willen het model levendig houden. We bedenken onderweg ook veel creatieve interventies die nog niet in het model staan. Deze criminelen zijn professioneel en inventief. Wij moeten dat ook zijn. Daarom evalueren we de interventies en voegen we deze steeds toe aan het model. Het model is overigens niet specifiek op Utrecht gericht. Het kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden bij de aanpak van criminele jeugdgroepen die ook plofkraken plegen.”
Bron: Het CCV
Kees van Zutphen, Landelijk coördinator plofkraken
Betrouwbare partner in de strijd tegen voertuigcriminaliteit
Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit is een gezamenlijk initiatief van alle Nederlandse schadeverzekeraars om voertuig-, vaartuig, werkmaterieel- en transportcriminaliteit te bestrijden.
Meer nieuws & publicaties
Meld je aan voor onze nieuwsbrief |
|