De Benelux-landen (België, Nederland en Luxemburg) en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW) slaan de handen ineen om grensoverschrijdende fietsdiefstal aan te pakken. De landen presenteerden hun gezamenlijke aanpak tijdens de Benelux-fietsdag “Cycling Ahead: Innovative Benelux Policy & Concepts for a Shifting Society” in Brussel, waar Ad Metzen namens VbV ook een presentatie gaf.
Fietsdiefstal is een groeiend probleem in Europa: jaarlijks worden naar schatting 1,3 miljoen fietsen gestolen, vaak door goed georganiseerde netwerken die actief zijn over de grenzen heen. Ook het aantal gestolen e-bikes neemt snel toe. De afgelopen jaren is het aantal gestolen e-bikes met 30% toegenomen in Europa. Ook in Nederland verdwijnen maandelijks duizenden fietsen.
Om de pakkans van fietsdieven te vergroten en de opsporing te versnellen, richten de Benelux en NRW zich op drie concrete maatregelen:
- Betere gegevensuitwisseling tussen politiediensten, zodat gestolen fietsen sneller kunnen worden herkend, ook in buurlanden.
- Versterkte grensoverschrijdende politiesamenwerking, op basis van het Benelux-politieverdrag van 2023.
- Koppeling van nationale fietsregistratiesystemen, zoals het Belgische MyBike-platform, waarmee al ruim 14% van de gestolen fietsen is teruggevonden.
Volgens Frans Weekers, secretaris-generaal van de Benelux, is fietsdiefstal “geen klein probleem – het ondermijnt het vertrouwen van burgers in duurzame mobiliteit. Door dit probleem grensoverschrijdend aan te pakken, met gedeelde data en samenwerking tussen politiediensten, kan de Benelux samen met Noordrijn-Westfalen het verschil maken.”
De Benelux en Noordrijn-Westfalen willen met deze samenwerking een model bieden voor een bredere Europese strategie tegen fietsdiefstal. Tijdens de fietsdag overhandigde Frans Weekers de position paper aan de Luxemburgse politie – Luxemburg bekleedt momenteel het Benelux-voorzitterschap.
Met dit initiatief hopen de partners andere EU-lidstaten te inspireren om vergelijkbare maatregelen te nemen.
