Een verzekerde van Univé claimde diefstalschade van diverse landbouwvoertuigen bij zijn verzekeraar Univé. In een periode tussen 2017 en 2020 heeft verzekerde van de diefstal aangifte gedaan bij de politie. Een forse schade aan de zijde van Univé was het gevolg. Maar wat bleek?
Na de aangifte van diefstal van een zogenaamde landbouwhark bleek dat deze door de verzekeringnemer tijdelijk gestald was bij een neef, maar uiteindelijk door verzekerde was ingeruild. Daarnaast deed verzekerde onder meer aangifte van diefstal van een mesttank, een tractor en een zodenbemester. Ter zitting verklaarde verdachte dat hij onterecht aangifte had gedaan van diefstal.
Verdachte heeft zich volgens de rechtbank schuldig gemaakt aan meerdere oplichtingen en pogingen tot oplichting van Univé. Er is volgens de rechtbank sprake van een jarenlange praktijk waarbij meermalen onterechte claims bij de verzekeraar zijn ingediend. Univé heeft hierdoor schade geleden in de vorm van onterechte uitkeringen maar ook in de vorm van onnodig gemaakte onderzoekskosten.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is de door Univé gevorderde schade toegewezen tot een bedrag van ruim 130.000 euro. De rechtbank wijst echter de gevraagde schadevergoedingsmaatregel af, zodat de verzekeraar zelf belast wordt met het incasseren van de opgelegde schadevergoeding.
Benieuwd naar de hele uitspraak? Klik hier om deze te lezen.
