Algemene Voorwaarden VbV-Vermiste Auto Register (VbV-VAR)
Artikel 1: Het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV)
Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) is ingesteld door het Verbond van Verzekeraars en richt zich, conform haar doelstelling, op activiteiten ten behoeve van de bestrijding van voertuigcriminaliteit. Stichting VbV vertegenwoordigt de belangen van benadeelde eigenaren / houders aangaande het melden van ontvreemde voertuigen en het terugvinden en repatriëren / revindiceren van teruggevonden voertuigen. Stichting VbV heeft onder meer een coördinerende en informatieverstrekkende rol ten behoeve van de Nationale Politie en de RDW enerzijds en verzekeringsmaatschappijen, autoverhuurbedrijven en autoleasemaatschappijen anderzijds.
Artikel 2: Het Vermiste Auto Register (VAR)
In dit register worden sinds 1993 door Stichting VbV de door de eigenaar/houder gemelde vermiste en gestolen voertuigen geregistreerd. VAR-registratie vindt plaats ten behoeve van de private dimensie van de bestrijding van voertuigcriminaliteit, te weten het terugvinden en -bezorgen van het voertuig. Het betreft een gratis service, ook indien er geen sprake is van diefstaldekking. Voertuig(status) informatie in het VAR-register wordt verstrekt aan de Nationale politie, de RDW en aan de betreffende verzekeraar c.q. eigenaar van het voertuig (leasemaatschappij/verhuurbedrijf).
Artikel 3: Aangifte en diefstalmelding bij stichting VbV
Vermist melding
3.1. Bij diefstal van een auto, motor, aanhanger of caravan kan er uitsluitend telefonisch aangifte worden gedaan via het Aangifteloket Gestolen Voertuigen (AGV) (088 00 87 444) van de politie. AGV is onderdeel van het Landelijk Intelligence- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) – een samenwerkingsverband van de politie, RDW en VbV. Het voertuig wordt dan direct als gestolen geregistreerd. Na de telefonische aangifte verstuurt het Aangifteloket Gestolen Voertuigen meteen een bevestigingsmail van de aangifte met een link naar de vragenlijst van VbV. Melding van gestolen snorfietsen, brommers en scooters kan uitsluitend plaatsvinden via de website van VbV (www.stichtingvbv.nl).
3.2. Indien een diefstal- en vermissingssignaal is geplaatst en het voertuig wordt teruggevonden, dient de melder van dit terugvinden zo snel mogelijk melding te maken, eveneens via telefoonnummer 055-7410001.
3.3. Door het doen van de (digitale) melding is Stichting VbV gemachtigd om het voertuig terug te halen en bezorgen en -wanneer er sprake is van een dader- namens de benadeelde regres te nemen op deze dader.
Aangifte
3.4. Indien er sprake is van een melding in het kader van het Aangifteproces Gestolen Voertuigen verwerkt een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) vervolgens de opgegeven informatie tot een aangifte in het registratiesysteem van de politie, waarna het diefstalsignaal A87 wordt geplaatst. Wanneer er sprake is van vermissing van een snorfiets, brommer of scooter dient de aangever zelf te zorgen voor aangifte bij de politie (via www.politie.nl).
Artikel 4: Toestemming aan Stichting VbV
Niet tegen diefstal verzekerde voertuigen
4.1. In geval het als vermist / gestolen gemelde voertuig niet tegen diefstal verzekerd is, machtigt de eigenaar / houder door de inschrijving van de vermissing van het voertuig in het VAR, nadrukkelijk Stichting VbV om namens hem die activiteiten in gang te zetten die kunnen leiden tot het terugvinden en terughalen van het gemelde voertuig. Hiermee verleent de eigenaar toestemming als bedoeld in artikel 3 onder c van de Aanwijzing Stichting VbV als belangenbehartiger i.v.m. gegevensverstrekking kentekenregister.
4.2. Indien een gestolen voertuig is getraceerd maar nog niet teruggehaald, geldt de machtiging naast de activiteiten als bedoeld in lid 1 tevens voor het door of op verzoek van de politie aanbrengen van een technisch hulpmiddel (bebakening) in of aan het voertuig teneinde andere strafbare feiten te voorkomen of op te sporen en verdachten betrokken bij de voertuigdiefstal of andere strafbare feiten aan te kunnen houden.
4.3. De eigenaar / houder die Stichting VbV gemachtigd heeft, als omschreven in lid 1, is te allen tijde bevoegd de verleende machtiging in te trekken (“opt-out”).
4.4. Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 2, wordt de eventueel aan het bebakende voertuig ontstane schade, welke is ontstaan na het aanbrengen van het technisch hulpmiddel, op basis van dagwaarde gedragen door Stichting VbV. De afwikkeling van de schade is gebaseerd op afspraken tussen Stichting VbV en derde partijen, zoals politie en (buitenlandse) verzekeraars.
Tegen diefstal verzekerde voertuigen
4.5. Ingeval van tegen diefstal verzekerde voertuigen wordt -na de schade-uitkering door de verzekeraar- de machtiging als bedoeld in lid 1 geacht te zijn verstrekt door de in de rechten van de eigenaar getreden verzekeraar.
4.6. Indien een gestolen voertuig is getraceerd maar nog niet teruggehaald, geldt de machtiging naast de activiteiten als bedoeld in lid 1 tevens voor het door of op verzoek van de politie aanbrengen van een technisch hulpmiddel (bebakening) in of aan het voertuig teneinde verdachten van strafbare feiten aan te kunnen houden.
Artikel 5: Zaakwaarneming
5.1. Indien een voertuig wordt teruggevonden, en er is geen sprake (meer) van een situatie als bedoeld in artikel 4 lid 2, wordt door of namens Stichting VbV opdracht gegeven het betreffende voertuig te bergen en af te slepen naar een daartoe ingerichte locatie alwaar het voertuig gestald wordt.
5.2. Stichting VbV wordt aangemerkt als zaakwaarnemer als bedoeld in artikel 6:198 Burgerlijk Wetboek.
5.3. Belanghebbende is -voor zover zijn belang naar behoren is behartigd- gehouden de zaakwaarnemer de kosten te vergoeden, die deze als gevolg van de zaakwaarneming heeft moeten maken, zoals bedoeld in artikel 6:200 Burgerlijk Wetboek. Hieronder kunnen onder meer worden verstaan de kosten van berging en stalling. Het voertuig wordt pas vrijgegeven na betaling van de hiervoor genoemde kosten.
Artikel 6: Inwerkingtreding
Deze algemene voorwaarden zijn in werking getreden op 15 januari 2018.
Beschikking van 4 juli 2006/Nr HDJZ/AWW/2006-888 (Stcr 2006, 131)